Nederland lijkt op het gebied van seniorenhuisvesting achter te lopen. Veel ouderen geven aan geen passende woning te kunnen vinden en woningcorporaties, vastgoedontwikkelaars en zorgorganisaties hebben moeite de handschoen op te pakken. Zo bleek ook gisteren weer uit onderzoek van ANBO, dat ‘wonen’ het hete hangijzer van de ouderenzorg noemt.
Vorige week was ik met ING op studiereis naar België. Om daar eens te kijken hoe ‘ver’ ze zijn.
Het waren de ’24 uur van Antwerpen’. We keken in de keuken van het snel groeiende Senior Living Group, maakten kennis met de soms onconventionele aanpak van vastgoedinvesteerder Cofinimmo, vonden elkaar in inhoudelijke en interessante discussies over goede seniorenhuisvesting en wisselden van gedachten over de Belgische vs. de Nederlandse aanpak tijdens een lunch op de Nederlandse ambassade in Antwerpen.
5 ‘lessen’ die ik mee naar huis nam:
- Belgische ouderen hebben kostenbewustzijn. Zij weten wat ‘huisvesting en zorg’ per dag kost en kunnen zo vergelijken. Cruciaal voor het welslagen van nieuwe concepten.
- Clubs als Senior Living Group kunnen hard groeien omdat veel Belgische zorgcentra of woonlocaties voor ouderen in particuliere handen zijn/waren. Of zoals zij het stellen: papa in de directie, moeder chef zorg en zoon of dochter in de keuken. De stichtingenstructuur, vaak een erfenis van de verzuiling, maakt grootschaligheid in Nederland veel moeilijker te realiseren.
- Wij zijn in Nederland (veel) verder. Wijkgerichte aanpak, inclusie, wonen als ‘thuis’ etc. Allemaal begrippen die ik in Belgie niet hoorde. Scheiding wonen en zorg is daar heel normaal, maar innovatie lijkt nog weinig nieuwe aandacht te krijgen.
- We kunnen het alleen samen doen. Dat bewijst het succes van een partij als Senior Living Group. Die werken in tandem met vastgoedinvesteerder Cofinimmo, volgens een vaste procedure.
- Denk in een (landelijke) formule, maar vertaal naar de ‘couleur locale’. Een aanpak die klaarblijkelijk werkt. De visie van de Senior Living Group is op iedere locatie in meer of mindere mate voelbaar, maar locaties worden decentraal aangestuurd en dienstverlening lokaal aangepast.
