Wat als zorg rondom dementie niet zou draaien om regels, routines en structuren, maar om buitenlucht, de geur van soep, dieren en menselijk contact? Op de Reigershoeve in Heemskerk wonen mensen met dementie in kleine woongroepen op een zorgboerderij. Initiatiefnemer Dieneke Smit en bestuurder Bernadette Willemse vertellen over hun visie en werkwijze.
Waarom een zorgboerderij?
Dieneke: “Een boerderij leeft. Er is altijd iets te doen: dieren voeren, groente uit de tuin halen, buiten zijn. Mensen blijven van waarde, ook als ze dementie hebben. Zo’n omgeving geeft houvast, structuur, betekenis. Wij noemen het een prothetische omgeving: als je tanden mist, krijg je een gebitsprothese; zo heb je ook met dementie een omgeving nodig die je helpt om prettig te leven.”
Hoe is het idee voor de Reigershoeve ontstaan?
Dieneke: “Tijdens mijn studie gezondheidswetenschappen kreeg mijn opa de ziekte van Alzheimer. Hij veranderde van een lieve man in iemand die als lastig werd gezien, puur omdat de omgeving hem niets te bieden had. Dat raakte me zo diep dat ik dacht: dit moet anders. Ik schreef een ondernemingsplan en samen met mijn vader zijn we de Reigershoeve begonnen.”
Wat was het moment waarop je dacht: dit ga ik echt doen?
Dieneke: “Ik had een intens contactmoment met mijn opa, terwijl hij al vergevorderde dementie had. Ik besefte: hij is er nog. Niet alles is weg. Dat maakte me strijdbaar. Zorg moet niet gaan over controle of veiligheid, maar over mens-zijn. En dat kan wél, als je het maar anders organiseert.”
Bernadette, hoe raakte jij hierbij betrokken?
Bernadette: “Ik kende Dieneke nog van het onderzoek over de kwaliteit van verpleeghuiszorg, dat we samen deden voor het ministerie van VWS. We hadden dezelfde ideeën over wat goede zorg is. Toen haar vader met pensioen ging, ben ik ingestapt. Eerder werkte ik als psycholoog, maar ik wilde meer invloed hebben op hoe zorg wordt georganiseerd. En dat kan hier.”
Hoe ziet het dagelijks leven eruit op de Reigershoeve?
Dieneke: “We hebben kleine woongroepen van zes à zeven bewoners. Medewerkers koken samen met bewoners, doen de was, verzorgen de dieren. Ook familie en vrijwilligers zijn erbij betrokken. We noemen het een sociale leefgemeenschap: iedereen doet mee op zijn of haar manier.”
Is zo’n aanpak niet duurder dan reguliere zorg?
Bernadette: “Nee, we krijgen dezelfde financiering als ieder ander verpleeghuis. Alleen besteden we het anders. Geen stafafdelingen, geen hoofdkantoor, geen managers. We geven het geld uit aan de mensen die het werk doen. Alles gebeurt in de woning zelf. Dat is efficiënt én mensgericht.”
Hebben jullie verpleegkundigen?
Dieneke: “Nee, en dat is een bewuste keuze. Onze verzorgenden IG doen verpleegtechnische handelingen. En als het nodig is, huren we een arts of psycholoog in. We hebben uitgebreid onderzocht of we verpleegkundigen nodig hebben – het antwoord was nee. Waarom zouden we dan duizenden euro’s per jaar uitgeven aan iets dat volgens ons geen meerwaarde heeft?”
Wat voor effect heeft jullie aanpak op bewoners?
Bernadette: “We hebben bewoners gehad die in verpleeghuizen nauwelijks nog spraken of bewogen. Hier bloeiden ze weer op. Ze gingen zingen, praten, lachen. Medicatie kon worden afgebouwd. Dat maakt ons soms ook verdrietig – omdat het laat zien wat er dus níet gebeurde op de vorige plek.”
Wat is jullie visie op familiebetrokkenheid?
Dieneke: “Wij zeggen tegen mensen: ‘Je komt op bezoek in het nieuwe huis van je vader of moeder – doe wat je thuis ook zou doen. Pak koffie, help met de was, strijk een bloes.’ Meestal gaat dat vanzelf. Soms moeten we het gesprek aangaan. Iedereen is anders. Maar als je mensen uitnodigt om mee te doen, willen ze dat meestal wel.”
Waarom kiezen jullie ervoor om klein te blijven?
Bernadette: “Omdat we iedereen willen blijven kennen: bewoners, medewerkers, familie. Dat is de basis van alles. We hebben weleens gedacht aan uitbreiden, maar dat zou ons idee in de kern aantasten. Groei is niet het doel. Goed voor mensen zorgen, wél.”
Wat kunnen grotere organisaties van jullie leren?
Bernadette: “Zie je organisatie als een leefgemeenschap, niet als een zorgfabriek. Geef medewerkers vertrouwen, neem familie serieus, en zie mensen met dementie als volwaardige mensen. Niet als patiënten. Niet als ‘zware zorg’. Dan verandert alles.”
Hoe verder?
Bij Bureauvijftig begrijpen we dat de dubbele vergrijzing vraagt om slimme en toekomstbestendige oplossingen door de ogen van de nieuwe generatie ouderen. We helpen organisaties bijvoorbeeld met het ontwikkelen van innovatieve woonconcepten of een passende strategie die helpt om klaar te zijn voor de nieuwe generatie cliënten en hun naasten. Wij denken mee en vooruit en delen inzichten uit onze waardevolle onderzoeken (zoals het Thuis Oud Worden onderzoek, de belangrijkste uitkomsten vind je hier). We geven richting en helpen het concreet te maken. Wil jij met jouw organisatie ook optimaal profiteren van De Grijze Revolutie? Dan komen we graag eens een kop koffie drinken.