De vergrijzing raast op ons af, en Lelystad krijgt de volle laag. Marieke Voogt, bestuurder van Welzijn Lelystad, ziet de uitdagingen én de kansen glashelder. Tijdens onze podcast vertelde ze in hoe verre sociaal werk het verschil maakt en waarom welzijnswerk hard toe is aan landelijke erkenning én structurele financiering.
Marieke, wat maakt sociaal werk voor jou zo essentieel?
“Het is een vak. Een vak met een eigen manier van kijken. Wij richten ons niet op wat mensen niet meer kunnen, maar op wat ze nog wél kunnen bijdragen, voor zichzelf, elkaar, de samenleving. Dat is juist wat sociaal werk onmisbaar maakt in deze tijd.”
Voor wie is sociaal werk eigenlijk bedoeld?
“Voor iedereen. Omdat iedereen op een gegeven moment kan vastlopen. Als je sociaal werk alleen positioneert als vangnet voor mensen die het niet meer redden, breng je er dus een onterechte beperking aan. Wij zijn er voor iedereen die even niet weet hoe verder.”
Lelystad vergrijst sneller dan gemiddeld. Wat merk je daarvan?
“Heel veel. De stad is in korte tijd gebouwd, mensen zijn er gaan wonen, en die hele generatie wordt nu tegelijk ouder. Dat geeft druk op wonen, zorg en welzijn. Maar het biedt ook kansen. We hebben bijvoorbeeld opvallend veel actieve ouderen als vrijwilligers. Want die pioniersmentaliteit van toen leeft bij hen nog steeds.”
Waar ben je enthousiast over?
“Welzijn op recept. Onze welzijnscoaches werken in alle huisartsenpraktijken. Als mensen daar met een niet-medische klacht komen, kunnen ze naar ons worden doorverwezen. En in 90% van alle gevallen vinden we een passende oplossing: een maatje, een wandelgroep, vrijwilligerswerk. Dingen die al bestaan. Dat bespaart zorgkosten én het vergroot de levenskwaliteit.”
Dat klinkt ideaal. Wordt dat ook voldoende erkend en gefinancierd?
“Dat is precies het probleem. De winst komt terecht bij zorgverzekeraars, terwijl de gemeente betaalt. En ja, dat is lastig vol te houden. We hebben het geluk dat Lelystad dit wél financiert. Maar er zou hier ook landelijk een oplossing voor moeten komen.”
Jullie slogan was lange tijd ‘Een zorg minder’. Klopt dit nog steeds?
“Niet helemaal. Die slogan hoorde in de tijd waarin we moesten bewijzen dat sociaal werk de zorgkosten verlaagt. Nu ligt de focus op het vergroten van zelfredzaamheid en verbondenheid. Daarom gebruiken we steeds vaker ‘Meer voor elkaar’. Dat past beter bij ons werk.”
Wat zijn jullie grootste uitdagingen?
“Het maken van keuzes. We zijn een brede organisatie – met buurtwerk, jongerenwerk, mantelzorgondersteuning, vrijwilligersbemiddeling, sociaal beheer. Dat vraagt veel van mensen en middelen. En net als je het kloppend hebt, komt er wéér een nieuwe vraag vanuit zorg of gemeente: kunnen jullie dit ook? Soms past het, en soms moeten we gewoon ‘nee’ verkopen.”
Jij zei eerder: ‘We zijn soms de oplossing voor álles.’ Wat bedoel je daarmee?
“De druk op zorg en gemeente is enorm. Dan worden dingen snel naar welzijn doorgeschoven. Maar wij kunnen ook niet altijd een oplossing uit de hoge hoed toveren. We doen alleen iets als het ook bijdraagt aan autonomie, verbondenheid of talentontwikkeling van mensen. Dat zijn onze drie toetsstenen.”
Jullie zijn actief in heel Lelystad. Is lokaal werken echt zo belangrijk?
“Absoluut. Wij kennen de stad, de mensen, de cultuur. En dat werkt. Natuurlijk kun je ICT of HR regionaal organiseren, maar sociaal werk is mensenwerk. Je moet zichtbaar en herkenbaar zijn in de wijk. Dáár gebeurt het.”
Zie je iets in een ‘Welzijn Flevoland’?
“Op projectniveau zeker. We werken al samen met collega-organisaties uit de provincie. Maar het blijft een uitdaging zolang gemeenten alles afzonderlijk financieren. Een provinciale of landelijke infrastructuur zou veel helderheid scheppen. Wat echt zou helpen is een landelijk vastgestelde minimumfinanciering per inwoner. Zoals in het onderwijs. Nu is de hoeveelheid geld die naar sociaal werk gaat, afhankelijk van de politieke kleur van de gemeenteraad.”
Hoe houd je sociaal werk op de lange termijn betaalbaar?
“Laat mensen die het kunnen betalen ook iets bijdragen. Niet alles hoeft gratis. Tegelijkertijd moet sociaal werk wel bereikbaar blijven voor wie het echt nodig heeft.”
Tot slot: waar hoop je dat sociaal werk over tien jaar staat?
“Of welzijnsorganisaties dan nog in deze vorm bestaan, weet ik niet. Maar ik hoop dat de manier van kijken – vanuit mogelijkheden in plaats van beperkingen – dan leidend is in hoe we onze samenleving organiseren.”
Hoe verder?
Bij Bureauvijftig begrijpen we dat de dubbele vergrijzing vraagt om slimme en toekomstbestendige oplossingen door de ogen van de nieuwe generatie ouderen. We helpen organisaties bijvoorbeeld met het ontwikkelen van innovatieve woonconcepten of een passende strategie die helpt om klaar te zijn voor de nieuwe generatie cliënten en hun naasten. Wij denken mee en vooruit en delen inzichten uit onze waardevolle onderzoeken (zoals het Thuis Oud Worden onderzoek, de belangrijkste uitkomsten vind je hier). We geven richting en helpen het concreet te maken. Wil jij met jouw organisatie ook optimaal profiteren van De Grijze Revolutie? Dan komen we graag eens een kop koffie drinken.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.