In onze podcast De Grijze Revolutie deelde Marco de Wilde, directeur-bestuurder van woningcorporatie Woonstede in Ede, zijn visie over hoe corporaties weer terug zouden moeten naar hun oorspronkelijke opdracht: bijdragen aan het welzijn van wijkbewoners. “Het gaat echt niet alleen om woningen bouwen. We moeten zorgen voor veerkrachtige wijken waar je kunt blijven wonen van wieg tot graf. Dat kan alleen door samen met andere organisaties op te trekken en domeinoverstijgende doelen te formuleren”.
Marco, jij hebt een duidelijke visie op de rol van woningcorporaties in deze ouder wordende samenleving. Wat is volgens jou de grootste uitdaging?
“De grootste uitdaging is dat de woningmarkt totaal niet is ingericht op vergrijzing. We zien steeds meer ouderen die in een woning blijven wonen die eigenlijk niet meer geschikt voor ze is. Denk aan eengezinswoningen met trappen, grote tuinen en hoge energiekosten. Tegelijkertijd zitten jonge gezinnen te springen om diezelfde huizen, maar ze kunnen nergens naartoe. De doorstroming zit muurvast. Als woningcorporaties moeten we niet alleen woningen bouwen, maar ook goed kijken hoe we ouderen kunnen helpen bij het maken van een woonkeuze die beter past bij hun levensfase.”
Ouderen verhuizen niet graag. Hoe krijgen we hen in beweging?
“Daar zit inderdaad de crux. Mensen wonen niet in een huis, ze wonen in een verzameling verhalen. De plek waar ze hun kinderen hebben grootgebracht, waar ze lief en leed hebben gedeeld. Dat laat je niet zomaar achter. Daarom moeten we veel persoonlijker te werk gaan. We hebben bij Woonsteden seniorenadviseurs in dienst die met ouderen in gesprek gaan. Niet om hen te dwingen te verhuizen, maar om te kijken hoe ze zo prettig mogelijk kunnen wonen – of dat nou in hun huidige woning is of ergens anders. We zien vaak dat mensen positiever tegenover een verhuizing staan, als ze eenmaal de voordelen inzien van een gelijkvloerse woning. Maar het begint bij luisteren en begrip tonen.”
Wat doen jullie concreet om verhuizen aantrekkelijker te maken?
“We bieden verschillende regelingen aan om de drempel te verlagen. Bijvoorbeeld door dubbele huren tijdens de overgangsperiode kwijt te schelden, door hulp te bieden bij de verhuizing of een nieuwe huurprijs geleidelijk te laten stijgen zodat het financieel haalbaar blijft. Daarnaast kijken we kritisch naar de inrichting van wijken. Als ouderen een aantrekkelijke, gelijkvloerse woning kunnen betrekken in hun eigen buurt, zijn ze veel sneller geneigd die stap te zetten. Sociale binding is ontzettend belangrijk. Niemand wil verhuizen naar een onbekende omgeving, weg van vrienden, familie en vertrouwde voorzieningen.”
Soms organiseren we informatiesessies waarin we laten zien welke mogelijkheden er zijn. Dan nodigen we ouderen uit om samen met hun kinderen of mantelzorgers in gesprek te gaan over hun woontoekomst. Het idee dat je nu alvast nadenkt over later – in plaats van op het moment dat het écht niet anders kan – helpt mensen om weloverwogen keuzes te maken.”
Hoe kijken gemeenten tegen deze aanpak aan?
“Gemeenten zitten vaak vast in regelgeving. Een goed voorbeeld: als we een wooncomplex met een gemeenschappelijke ruimte willen inrichten, moeten we voldoen aan strikte parkeernormen. Maar ouderen in zo’n complex hebben vaak helemaal geen auto. Die regels zitten flexibiliteit in de weg. Soms moeten we echt met de gemeente om tafel om een praktische oplossing te vinden. Daar is lef voor nodig. Woningcorporaties en gemeenten moeten elkaar meer opzoeken. Wij kunnen signalen uit de praktijk aandragen, maar gemeenten moeten daarop durven inspelen met maatwerkoplossingen.”
Hoe zie je de toekomst van woningcorporaties in een vergrijzende samenleving?
“We moeten meer doen dan ‘alleen maar bouwen’. Het gaat niet alleen om stenen, maar ook om welzijn. Een wijk is pas leefbaar als er een goede balans is tussen jong en oud, vraag en aanbod, zorg en zelfstandigheid. Dat betekent dat corporaties verder moeten kijken dan hun eigen taak. We moeten samen optrekken met zorginstellingen, welzijnsorganisaties en gemeenten om leefbare wijken te creëren waarin iedereen zich thuis voelt. Daarbij moeten we ook rekening houden met de diversiteit onder ouderen. De ene 75-jarige is nog volop actief, terwijl de andere al veel zorg nodig heeft. Onze woonconcepten moeten die verschillen weerspiegelen.
Daarnaast moeten we beter nadenken over flexibele woonvormen. Denk aan modulaire woningen die aangepast kunnen worden aan veranderende zorgbehoeften. Of appartementencomplexen waar jong en oud samenwonen, waardoor eenzaamheid wordt verminderd en buren elkaar makkelijker helpen. Als woningcorporaties moeten we lef tonen en investeren in innovatieve oplossingen.”
Wat is jouw advies aan collega-corporaties die met dezelfde uitdagingen worstelen?
“Durf anders te denken. Zet niet het systeem, maar de bewoner centraal. Kijk niet alleen naar regels en beleid, maar naar wat écht nodig is om ouderen een goede woonplek te bieden. En vooral: werk samen. Niemand kan deze uitdaging alleen oplossen, maar samen kunnen we echt het verschil maken. De woningmarkt kan pas echt in beweging komen als we niet alleen kijken naar doorstroming, maar ook naar kwaliteit van wonen. Een fijn huis in een prettige omgeving draagt direct bij aan gezondheid en welzijn. Dat moeten we als corporaties voor ogen houden.”
Hoe verder?
Bij Bureauvijftig begrijpen we dat de dubbele vergrijzing vraagt om slimme en toekomstbestendige oplossingen door de ogen van de nieuwe generatie ouderen. We helpen organisaties bijvoorbeeld met het ontwikkelen van innovatieve woonconcepten of een passende strategie die helpt om klaar te zijn voor de nieuwe generatie cliënten en hun naasten. Wij denken mee en vooruit en delen inzichten uit onze waardevolle onderzoeken (zoals het Thuis Oud Worden onderzoek, de belangrijkste uitkomsten vind je hier). We geven richting en helpen het concreet te maken. Wil jij met jouw organisatie ook optimaal profiteren van De Grijze Revolutie? Dan komen we graag eens een kop koffie drinken.