Onze nieuwe minister voor Wonen, officieel Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, staat voor een grote uitdaging. Nadat hij ‘die ene’ grote uitdaging heeft moeten overlaten aan een andere collega in het Kabinet. Hij mag nu de problemen in de woningmarkt oplossen. Ervoor zorgen dat vraag en aanbod weer in balans komen.
Natuurlijk hebben (ook) wij niet de allesomvattende oplossing, die ene unieke formule waarmee alle problemen in één keer opgelost zijn. Toch heb ik vanuit Bureauvijftig een aantal tips voor Hugo de Jonge:
Begin met alternatieven voor de volgende stap in de wooncarrière van ouderen. Daar zit een groot deel van de oplossing om doorstroming op de woningmarkt te realiseren. Veel ouderen zitten op dit moment in een woning waar zij zich heerlijk thuis voelen. Veel ruimte. Een vertrouwde plek vol herinneringen. Toch blijkt uit de vele onderzoeken in ons Nationale 50Plus Panel dat men best wil overwegen om te verhuizen. Dan moeten er echter wel serieuze alternatieven zijn om in overweging te nemen. De hoogste tijd dus om eens écht naar ouderen te luisteren, de moeite nemen om hen écht te begrijpen. Uiteraard mag Hugo mij bellen, maar om hem alvast op weg te helpen hierbij de eerste belangrijke inzichten. Inzichten die kunnen de krapte op de woningmarkt (deels) weg te nemen.
Inzicht 1: Er zijn geen alternatieven
Veel vijftigplussers willen best verhuizen. Zo’n 20% geeft aan hun huidige woning té groot te vinden. 1 op de 3 vijftigplussers geeft zelfs aan bereid te zijn om maandelijks meer woonlasten te betalen, als de woning dan beter zou passen. Zij willen best in hun eigen wijk (of in ieder geval in hun eigen gemeente) een nieuwe woning betrekken. Maar dan moeten die er wel zijn. De groep mensen die echt ver weg gaat wonen is klein. Velen hebben voorkeur voor een kleinere, nieuwe woning in de buurt van vrienden en kennissen. Dicht bij de vertrouwde huisarts en fysiotherapeut en de fijne lokale winkeliers. Deze alternatieven zijn er niet. Dus begint het bij het ‘pushen’ van gemeenten en ontwikkelaars op lokaal niveau om hier werk van de maken. Maar…
Inzicht 2: Den Haag snapt ‘couleur locale’ niet
Voorkom dat je op landelijke niveau gaat vertellen hoe het moet. Wonen is namelijk hyperlokaal. Gemeenten kennen de wijken, kennen hun inwoners. Of althans, dat zou zo moeten zijn. Belangrijkste is dat zij wel in staat zijn hun eigen inwoners te bevragen over hun volgende stap(pen) in de wooncarrières. Om hen te betrekken bij de ontwikkeling van nieuwe woonconcepten. Hier is namelijk de couleur locale essentieel. Die ene zorgorganisatie die graag iets wil ontwikkelen. De betrokkenheid van die lokale retailer. Of het centraal zetten van faciliteren van lokale sociale verenigingen waar veel ouderen bij betrokken zijn. Allemaal zaken die niet op ‘Haags niveau’ kunnen worden overzien.
Inzicht 3: Leven overhouden aan het einde van het geld
Een grote angst bij veel ouderen is dat zij nog vol in het leven staan, maar dat de bankrekening leeg raakt. Ofwel: ik houd leven over aan het einde van mijn geld. Men weet nu wat men per maand kwijt is en gevoelsmatig betekent een verhuisbeweging per definitie een verhoging van de maandlasten. Ruim de helft van de vijftigplussers zegt dus: ik zou (veel) positiever kijken naar verhuizen als ik wist dat mijn maandlasten niet hoger worden. Verhuizen voelt dus in vele opzichten (ook emotioneel) als een ‘verlies’. Als een achteruitgang. Onbekend maakt onbemind. Uit onze onderzoeken blijkt dat men het eigenlijk niet goed kan overzien. Voorlichting is dus essentieel.
Inzicht 4: Het juiste moment kiezen
Voor de groep ouderen die misschien wat meer moeite heeft om in beweging te komen, kan het Ministerie natuurlijk actie ondernemen. Heel bewust, consistent een duurzame campagne voeren. Op het juiste moment ouderen prikkelen om na te denken over hun woonomgeving. Maar, wat is het juiste moment eigenlijk? Vaak is dit een diagnose van de oudere zelf of hun partner, soms ook van een naaste. Het empty nest moment: de kinderen zijn uit huis. Wat gaan wij nu doen?
Hugo, ik heb nog een paar inzichten voor je. Die deel ik meer dan graag. Dan zal ik ze direct duiden en in de juiste context plaatsen.
Bij Bureauvijftig ontwikkelen we regelmatig nieuwe woonconcepten. Voor gemeenten, zorgorganisaties en ontwikkelaars. Juist met een hyperlokale focus.
We pluizen onze tabellensets uit. Op zoek naar bepalende inzichten en beweegredenen uit ons Nationale 50Plus Panel. Die vertalen we naar een bepaalde locatie of specifieke wijk. Want die lokale aanpak is de sleutel om ouderen in beweging te krijgen. Daar zit een van de sleutels tot het openen van nieuwe deuren in de wooncrisis.
Aan de slag met dit onderwerp of de doelgroep vijftigplussers?
Neem gerust contact met ons op!